Om iets te bereiken moet je het
willen bereiken. Dat lijkt een open deur. Maar hoe vrij ben je om te willen wat je wil? Het vraagt enig zoekwerk maar dan blijkt er wel een en ander
over de wil te zijn geschreven . Al snel kom je uit bij de psychologen als Roberto Assagioli, Karen Horney en Erich Fromm. Bij de filosofen springt Friedrich Nietzsche er uit. Vandaag, in deze blog, besteed ik aandacht aan een neuroloog: Dick Swaab.
Wij zijn ons brein
In zijn bestseller
Wij zijn ons brein besteedt Swaab in hoofdstuk 13 uitgebreid aandacht aan de ‘vrije’ wil. De aanhalingstekens betekenen hier dat hij van mening is d

at het idee van de vrije wil een illusie is. In zijn boek laat hij zien dat veel zaken al voor de geboorte vast zijn komen liggen. Hij noemt:
…de aangeboren basis voor de kans op verslaving, de mate van agressie, onze genderidentiteit, seksuele oriëntatie en de aanleg voor ADHD, borderline-persoonlijkheidsstoornissen, depressie en schizofrenie. En verder worden we al vroeg in ons leven gevormd door de taal waarmee we worden opgevoed en de religieuze opvattingen die we meekrijgen. Dat is al met al nogal wat.
Eigenlijk een gegeven om moedeloos van te worden. Je kunt immers van alles en nog wat willen, maar je moet eerst door de rijstebrijberg van vastliggende eigenschappen en kenmerken heen. Met, als het aan Swaab ligt, weinig kans op succes. Al die kenmerken zitten in ons brein geweven en die krijg je er niet zo maar uit. Daar komt nog bij dat het merendeel van onze dagelijkse beslissingen niet op basis van overwegingen en bewuste keuzes worden genomen, maar in zekere zin automatisch. Dat is trouwens maar goed ook want als we alles dat op een dag op ons af komt apart zouden moeten bekijken en afwegen, dan konden we niet eens eenvoudig even een straat oversteken. ...